Beste Siska, beste Ineke, beste familie van Ab, vader, broer, verdere familie, Rotterdamse vriend Van der Linden,
We hebben een speciale band, want met een hart voor de sociale zaak zijn we allebei fervente stropdasdragers. Ik ben waarschijnlijk samen met van der Linden in de zaal de enige die een stropdas heeft. Ha, de vader natuurlijk ook, maar die heeft nog veel meer onderscheidingen waaronder een koninklijke. De andere eretekens moet u me nog een keer uitleggen. Het is heel eervol dat u aanwezig bent onder mijn gehoor. Ineke van Gent zei het al: ik ben van het geboortejaar 1955, dus van hetzelfde jaar als Ab Harrewijn en Siska Barelds, en dat geeft wel een bijzonder gevoel. Je zou je kunnen denken dat Ab had hier kunnen staan. Naar mijn gevoel had hij hier móeten staan in een nieuwe Pauluskerk. Wat zou hij ervan genoten hebben. Hoe zo’n kerk een andere functie krijgt. En hoe hij dan ook hier aanvoerder van debat, van actie zou kunnen wezen. Maar het is nu toch anders en daarom hebben we deze dag.
Ik heb na mijn studie achttien jaar in de vakbond CNV gewerkt. Ik heb te maken gehad, via de kerk ook, met het industriepastoraat. Als je in de vakbond werkt en het industriepastoraat, dat kan het niet missen. Dan kom je natuurlijk Ab Harrewijn tegen en dan maakt het niet uit of het bij DISK is of bij de Arme Kant van Nederland of bij de Linkerwang van Groen Links of waar dan ook of bij een actie. Dan heb je altijd even contact over hoe het verder zou moeten gaan en wat dan verstandig zou zijn, wat de argumenten waren. En tevens ook wat we gehoord hadden van de mensen over welke kant het op zou moeten gaan. Ik ben later in Den Haag gaan werken in de politiek als Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Daar heeft Ineke van Gent wat over verteld.
Ik ben daarna naar de OESO gegaan in Parijs. Daar heb ik wat meer ook van de wereld gezien. En ik werk nu bij de Bertelsmann Stiftung in Duitsland en bij de Triodosbank als nevenfunctie.
Ab Harrewijn
Als ik aan Ab Harrewijn denk dan moet ik ook denken aan de vraag: ‘Naar wie luister je en tot wie richt je je?’. Er zijn heel veel mensen, zeker in het Haagse, die het idee hebben dat ze naar belangrijke mensen moeten luisteren en dat ze tot eenvoudige mensen moeten spreken. Ik vond het altijd zo mooi aan Ab dat hij het precies andersom deed. Ab zei: ‘Naar eenvoudige mensen moet je luisteren en tot belangrijke mensen moet je het woord richten’. Eigenlijk is dat ook wat we uit de bijbel kennen van het verhaal van Jezus: Naar wie luister je en tot wie richt je je? Ab Harrewijn had daar een precies andersom idee over dan gangbaar is en dat heeft mij altijd geïnspireerd.