Hoe het eerdere winnaars verging

Aysel Disbudak, de eerste winnares van de Ab Harrewijnprijs, heeft sinds 2005 een eigen bedrijf: Unalzorg, vernoemd naar haar verstandelijk gehandicapte broer. Ze won de prijs voor haar inzet voor het Migrantenplatform Gehandicapten Amsterdam e.o. “Dat was vooral belangenbehartiging, mensen bewust maken en adviseren. De volgende stap was zelf zorg bieden”, aldus Aysel. Unalzorg heeft inmiddels tachtig klanten en alle licenties en certificaten als officieel erkende zorginstelling, tevens leerwerkbedrijf. Ze won nog meer prijzen, zoals de Colourfull Business Women Award. En ze schreef een boek over haar eigen geschiedenis, dat veel belangstelling kreeg.

Wat heeft de prijs voor haar betekend? “Een eerste erkenning. Er is inmiddels meer aandacht gekomen voor allochtone gehandicapten, maar er is nog steeds veel verborgen leed. Gehandicapte ouders, gebrek aan acceptatie, mensen die vastlopen. Onze cliënten hebben vaak ernstige gedragsproblemen; ze zien opknappen is de motor van mijn motivatie en inzet. En er waren natuurlijk weerstanden.”

“Inmiddels hebben we officieel de titel multiculturele zorginstelling en hebben we onze eigen plaats bewezen. We hebben veel plannen voor de toekomst. We gaan niet voor snelle uitbreiding, maar voor kwaliteit. We gaan een tweede pand opknappen, er komen woongroepen, we gaan ambulante zorg opzetten, een logeerfunctie. Alles wat ik in de MPG heb geleerd, heeft me bagage gegeven voor die toekomst.”

Ook Dave Binder, de tweede winnaar van de Ab Harrewijnprijs, heeft een eigen bedrijf. Met werknemers met een achtergrond van verslaving en dakloosheid. Hij was daar al mee bezig toen hij de prijs won in 2004, maar inmiddels heeft hij de coördinatie van het meubelproject Sandford en zo overgedragen aan anderen. Ondertussen voert hij nog een reïntegratieproject uit met Europese subsidie, samen met onder andere Oost-Europa.

“Alle kennis die is opgebouwd in Sandford en zo zie je er in terug. Maar het is zo wel meer een zaak van professionals geworden. Het is goed dat de methodieken die zijn ontwikkeld, worden overgedragen, en dat er geld voor is, maar een Europees project geeft ook veel administratieve rompslomp. Het mooie van Sandford en zo is dat met weinig middelen veel wordt bereikt, dat (ex) verslaafden weer gemotiveerd aan de slag gaan.”

Dat wil ik ook in mijn eigen bedrijf. En dan wat minder vrijblijvend: we moeten echt de kost verdienen. Ik loop daarmee wel grote financiële risico’s trouwens. Het is voor een werkgever niet makkelijk om mensen in dienst te nemen met een hogere kans op uitval. Daar mag de politiek wel meer aandacht aan besteden.”

Wat heeft de prijs voor Dave betekend? “Het bleek een soort keurmerk als ik ging praten met de bank. Grappig, soms leek men namelijk te denken: die meneer Binder wil snel geld verdienen met goedkope werknemers. Maar door de prijs en de naam van Ab zagen ze in dat ik wel deug.”

Abel Hertzberger, de derde winnaar van de Ab Harrewijnprijs, vertelt dat de Werkgroep Nederland-Srebrenica nog steeds actief is met uitwisselingsprojecten, maar toewerkt naar afbouw. De mensen daar dragen nu zelf de activiteiten, weten fondsen te werven, enzovoort. Het geld van de prijs is besteed aan een mediaproject voor jongeren in Srebrenica: ze leerden werken met camera’s en vertonen hun reportages in het cultuurhuis. Dat is een succes. Soms worden betaalde opdrachten binnengehaald, het is de bedoeling dat uit te breiden. De groep wisselt van samenstelling. Sommige jongeren zijn gaan studeren en nieuwkomers nemen hun plaats in. De groep is nog steeds gemengd van samenstelling. Hun reportages gaan over hun dagelijkse leven. De ‘etnische kwestie’ ligt nog wel gevoelig, daar gaat het zelden expliciet over. Maar door samen te werken, bereik je veel.

De missie van de werkgroep was (politieke) aandacht voor de wederopbouw van Srebrenica. “Nederland sloot zijn ogen voor de eigen verantwoordelijkheid om te werken aan verzoening. Dat is verbeterd. Zeker toen de weduwen van Srebrenica hier werden uitgenodigd. Wij hebben bijgedragen aan de wederopbouw door te werken aan die politieke aandacht in Nederland en via praktische activiteiten met de mensen daar. Daar ben ik trots op, ja”.