Tonnie Verschoor wint Ab Harrewijn Prijs 2009

Tonnie Verschoor

Tonnie Verschoor van Ons Wereld Huuske in Klazienaveen, een kringloopwinkel die draait met een groep van vijftien vrijwilligers, is de winnaar van de Ab Harrewijn Prijs 2009. Juryvoorzitter Paul Rosenmöller maakte dit bekend tijdens de uireiking, die plaatsvond op woensdag 13 mei vanaf 15.00 uur in r.-k. spiritueel centrum De Boskant in Den Haag.

Uit het juryrapport: “Tonnie Verschoor heeft samen met Henk de Vries en Tilly Oort Ons Wereld Huuske vanaf de grond opgebouwd, nadat zij een vergelijkbaar voorbeeld elders gezien hadden. Het is een plek waar mensen zonder betaald werk elkaar kunnen ontmoeten, maar ook de handen uit de mouwen steken om tweedehands goederen te repareren. Zij kunnen er bovendien terecht met problemen, bijvoorbeeld het invullen van formulieren.”

Het juryrapport
Foto’s van de uitreiking
Informatie van de genomineerden
Lezing Saskia Noorman-Den Uyl

Het juryrapport

In zijn onvermoeibaarheid heeft Ab Harrewijn talloze mensen de helpende hand toegestoken, nadat zij om wat voor reden dan ook aan de onderkant van de samenleving beland waren. Toch vond hij het het allermooist als mensen die hand helemaal niet nodig hebben. Mensen die zelf het initiatief nemen, zelf terugknokken tegen de onrechtvaardigheid, zelf met anderen beweging maakten, hadden zijn warme sympathie.

Wanneer we als jury de voordrachten doornemen – bijna twintig in getal dit jaar – letten we speciaal op de creativiteit en mate van initiatief van de mensen die het project draaien. Daar hebben we meestal geen klagen over. Sommigen doen een stapje extra in bezigheden die zij toch al hebben, anderen grijpen hun persoonlijke situatie of die van hun omgeving aan om iets nieuws te beginnen.

De vijf genomineerden van dit jaar hebben allemaal een bijzonder initiatief getoond. Om boeren en tuinders bij te staan bij bedrijfssluitingen. Om vaders in de gevangenis via dvd’s contact te laten onderhouden met hun kinderen. Om straatmensen een contactmoment en warme maaltijd te bieden. Om een woon-, leef- en werkplek voor uiteenlopende initiatieven te creëren. Om een inloopcentrum annex kringloopwinkel te beginnen.

Toch moesten we een keuze maken. Zoals ieder jaar heeft de jury zich daarbij niet door formele redenen laten leiden. Geen lijstjes met criteria, die afgevinkt worden of een puntensysteem waarbij degene met de meeste turfjes wint. De jury probeert uitsluitend een inschatting te maken van wat Ab Harrewijn mooi, inspirerend en uitdagend gevonden zou hebben.

Hij zou alle projecten mooi gevonden hebben, inspirerend en uitdagend. Toch vonden we als jury dat één initiatief eruit sprong, met name omdat het zo nadrukkelijk van onderop georganiseerd is. Bovendien draagt het een politieke boodschap uit dat de gangbare obsessie met vooral betaald werk vals is. De Ab Harrewijn Prijs 2009 gaat daarom naar Tonnie Verschoor van Ons Wereld Huuske in Klazienaveen.

Tonnie Verschoor heeft samen met Henk de Vries en Tilly Oort Ons Wereld Huuske vanaf de grond opgebouwd, nadat zij een vergelijkbaar voorbeeld elders gezien hadden. Het is een plek waar mensen zonder betaald werk elkaar kunnen ontmoeten, maar ook de handen uit de mouwen steken om tweedehands goederen te repareren. Zij kunnen er bovendien terecht met problemen, bijvoorbeeld het invullen van formulieren.

Het is die combinatie van initiatief van onderop, onderlinge hulp en bijdrage aan het milieu die de jury aanspreekt. Ons Wereld Huuske laat zien dat ook onbetaald werk een belangrijke bijdrage aan de maatschappij is. Meedoen in de samenleving is veel meer dan dat. Die inzet verdient de Ab Harrewijn Prijs.

Foto’s van de uitreiking

Jan Mekelenkamp, winnaar 2008, legt voor ongeveer 140 aanwezigen uit wat hij met de prijs gedaan heeft

Interviews met de vijf genomineerden: Ben Janssen, Frits van de Bosch, Paul Oosterhof, Gerard van de Ven & zuster Veronique en Tonnie Verschoor

Saskia Noorman-Den Uyl houdt het volkscollege

Flanchard Nlandu, Wawa Emanuel en Edgar Mabanza zingen liederen over hun ervaringen als vluchteling

Paul Rosenmöller memoreert Ab en leest het juryrapport voor

Tonnie Verschoor wint de Ab Harrewijn Prijs 2009

Informatie van de genomineerden

Zorg om Boer en Tuinder

In 1988 is ZOB (Zorg Om Boer en Tuinder) opgericht. Bij een verwerkingweekend voor bedrijfsbeëindigers vonden een aantal deelnemers dat er met de ervaringen daar opgedaan iets moest gebeuren naar collega’s, zodat anderen konden profiteren van hun ervaringsverhalen. Zie ook www.zorgomboerentuinder.nl

Per dag stoppen 8 tot 10 bedrijven in de agrarische wereld. Dat zijn 3000 bedrijven per jaar met 15.000 arbeidsplaatsen, dit al meer dan 10 jaar. In 20 jaar is het aantal boeren gehalveerd. In 2007 blijkt uit cijfers van het Landbouw Economisch Instituut dat 35% van de gezinnen een inkomen uit bedrijf heeft, dat onder het bestaansminimum ligt. Er moet noodgedwongen buitenshuis bijverdiend worden, dat geeft een enorme werkdruk en psychische druk. Terwijl negentig procent van de agrarische bedrijven gezinsbedrijven zijn, is helaas het landbouwbeleid erop gericht te groeien. Overal ontstaan Landbouw Ontwikkelings Gebieden (LOG’s), die veelal volgebouwd worden met mega-bedrijven voor intensieve veehouderij en glastuinbouw. Hiermee schieten we onze doelstelling voorbij, namelijk het zorgen voor voedsel als eerste levensbehoefte.

Boeren en tuinders zien hun vermogen verdwijnen als sneeuw voor de zon. Ze moeten hun bedrijf opgeven en worden gedwongen te stoppen. Er ontstaan enorme problemen. Banken doen moeilijk, leveranciers willen geld zien. Er ontstaan spanningen in het gezin. Men verliest zijn/haar eigen ik. In eerste instantie kan men er met niemand over praten, vaak onderling niet. Vragen als: “hoe gaat het met de kinderen, waar moeten we gaan wonen als we het moeten verkopen?” Huurorganisaties geven niet thuis, want je verkoopt je huis. Buren mogen het niet weten. Als er geen geld is krijg je geen advies en ondersteuning. De boekhouding wordt niet verwerkt met als gevolg dat ook de gemeentelijke sociale dienst je niet verder wil helpen om een uitkering of lening te verkrijgen.

Op deze momenten komen wij als hulpverlener van de ZOB als geroepen en is het een zaak van luisteren, luisteren en nog eens luisteren….Het gaat niet om jouw mening! Hun verhaal is ‘het verhaal’. We proberen hun taal te spreken en te zorgen dat er een klik is. In vijf minuten moet het gezin weten dat hetgeen verteld wordt ‘veilig is’. De adviezen die we geven zijn uit eigen ervaring als ervaringsdeskundige. Hoe dieper dat jezelf door het stof hebt gekropen, des te meer bagage heb je bij je. De mensen moeten het gevoel van eigenwaarde terug krijgen. Mensen kunnen helemaal de weg kwijt raken. We zijn alert en geven goede begeleiding en verwijzen door naar instanties voor specialistische hulp. Vaak zeggen hulpvragers dat jij de eerste bent die hen begrijpt en tegen wie ze hun verhaal kwijt kunnen.

Naast beëindiging ondersteunen we boeren en tuinders vaak ook op ander gebied. We helpen hen de weg zoeken bij ziekte, echtscheiding, bedrijfsovername door kinderen en niet te vergeten bij dierziektes. Want dierziektes als varkenspest, MKZ en vogelpest geven een enorme druk op de veerkracht van boerengezinnen. Ook voor hen is er de Zorg Om Boer en Tuinder van de ZOB.

[Meer]

DVD-project

In zijn pastorale werk met zwaar gestrafte mannen werd Ben Janssen vaak geconfronteerd met de pijn en onmacht die gevangenen kennen in de relatie met hun kinderen. Omwille van een delict zitten ze – ver weg van een eventuele partner – achter muren en tralies, maar de gedwongen afstand van hun kinderen ervaren zij niet zelden als nog pijnlijker. Telefonisch contact met kinderen is moeilijk. Bezoekuren en vader-kinddagen overbruggen dit een stukje. Pastorale begeleiding schenkt aandacht aan heel de mens, ook aan het terrein van relaties en affectiviteit. Temeer omdat crimineel gedrag niet los gezien kan worden van het milieu waarin gedetineerden zelf als kind zijn opgegroeid.

“Sous les pavés il y a la plage”: onder de keien ligt het strand. Het was een inspirerend motto voor de bevolking in Parijs, toen zij in 1789 de gevangenis de Bastille tot de grond toe afbraken. Als pastor ben je ook bezig om gevangenismuren af te breken, de mens te ontmoeten achter crimineel gedrag. Achter het masker van hardheid en geweld liggen bij “zware jongens” niet zelden zachte krachten van menselijkheid en warmte. Ben Janssen zocht naar mogelijkheden om in zijn gesprekken met gevangenen toegang te krijgen tot hun binnenkant: ontworteling en verslaving, geldzucht en wraakgevoelens, haat en schuld, geloof en liefde, waarden en normen.

artikel in een Engelse krant uit 2005 over een voorleesproject in gevangenissen in Wales was voor de pastor en zijn vrijwilligers de aanzet om een verhalenproject met beeld en geluid te gaan opzetten voor gedetineerde vaders. Een jaar van voorbereiding bleek nodig om aan alle voorwaarden te voldoen die vereist worden in de Nederlandse detentiesituatie: toestemming van directies op diverse niveaus, eisen van beveiligingsinstanties, getrainde vrijwilligers, inpassing in het weekprogramma, medewerking van bewakers, het ideale instrumentarium, een kleine studio als optimale locatie met wisselende decors, financiering, werving en motivatie van gedetineerde vaders.

In de afgelopen drie jaar is het project uitgegroeid tot een bijzonder succesvol gebeuren, waaraan op één zaterdag per maand 12 – 15 vaders deelnemen. Zij nemen een zelf gekozen verhaal op voor hun kind, in het Nederlands, Engels of Spaans. Voor de aankoop en verzending van de Dvd dragen zij € 2,50 bij. Iedereen werkt mee: bibliothecaris, PIW-ers, vrijwilligers, beveiliging. Beknopte evaluatieformulieren leveren enthousiaste reacties op van het thuisfront. Er wordt gewerkt aan verbreding van het project richting de islamitische gezinnen en landen. Alphen ligt aan de Rijn, maar ook aan het strand. Reden waarom andere inrichtingen van detentie dit initiatief graag overnemen.

Straatmensen voor straatmensen

In Nijmegen is er sinds 2001 een eetactiviteit gaande, waarbij mensen van de straat voor straatmensen op een beschutte plek een warme maaltijd uitdelen, die ze eerder samen hebben gekookt. Daarnaast wordt er tweedehandskleding uitgedeeld. Paul Oosterhoff trekt het initiatief, nadat de oorspronkelijke initiator Fred Muhl eerder dit jaar overleed.

Een groepje dagcoördinatoren, koks en vrijwilligers en een bestuur van zes mensen, samen 35 mensen zorgen drie keer per week voor een eenpansmaaltijd voor 20 personen. De vrijwilligers halen het eten op bij bedrijven, winkels, cateringbedrijven, restaurants en zo meer, vergelijkbaar als bij de voedselbank.

ander groepje houdt een website bij, www.straatmensen.nl, en onderhoudt contacten met leveranciers en sponsoren in Nijmegen. Het is een kleinschalige activiteit, waarin zowel aan een werk van barmhartigheid gedaan wordt, zoals hongeren voeden en naakten kleden, als aan dagelijkse inzet, ontmoeting en gezelligheid. Mensen krijgen door mee te doen weer een positieve kant van zichzelf te zien.

[Meer]

Klooster Hof van Gestel

Het Kloosterhof van Gestel heeft een vrij lange ontstaansgeschiedenis. Het is gevestigd in een oud kloosterpand. Een klooster waarin vanaf 1884 Zusters van Liefde van Schijndel woonden en via onderwijs en zorg voor zieken, ouderen en eenzame mensen hun diensten aanboden. Vanwege afname van het aantal religieuzen werd een derde deel van het klooster in 1980 aan de Emmaus woon- en leefgemeenschap in gebruik gegeven. In 1983 kwam het gehele pand leeg.

Emmaus had zich intussen al goed verankerd en was belangrijk geworden voor veel mensen in en buiten de wijk. Vanuit haar doel geeft zij aan mensen en ook aan tweedehands spullen opnieuw waarde. Dat inspireerde vier zusters van bovengenoemde congregatie om te onderzoeken of het klooster en bijbehorende school opnieuw waarde konden krijgen voor behoeften en noden van mensen van nu. Het congregatiebestuur gaf hen daarvoor van harte een jaar de tijd. Het werd een boeiende en uitdagende periode voor ons. Allereerst kozen we er voor om in onze woonruimte vluchtelingen op te nemen. De andere vrije ruimtes stelden we beschikbaar aan groepen die een nieuw sociaal initiatief wilden ontwikkelen maar er nog geen subsidie voor kregen omdat zij zich eerst moesten bewijzen. Zo ontstond onder andere een ‘huis’ voor jongeren, die van huis weggelopen waren en ook een werkelozenbelangenvereniging vond er een plaats.

Gelukkig zijn we als zusters niet alleen gebleven. In 2003 sloot een echtpaar zich bij ons aan en later nog iemand. In onze gezamenlijkheid groeide onze motivatie om ons in te zetten voor het behoud van het totale gebeuren om ons heen.

In de loop van de jaren is er wisseling gekomen in de groepen. Er is nu een grote stabiliteit. Het Kloosterhof wordt gevormd door verschillende organisaties: De Emmaus woon- en leefgroep, Combinatie Jeugdzorg, Stichting Vluchtelingen in de Knel, Omslag, werkplaats voor duurzame ontwikkeling, De Grieks-Orthodoxe Kerk, Groen Links, afd. Eindhoven, De Hoogstraatgemeenschap. Er zijn vijftien vaste bewoners die vanuit hun organisatie in het pand wonen en daarnaast zo’n vijfentwintig andere bewoners op tijdelijke basis.

Al deze bewoners en medewerkers tezamen geven Het Kloosterhof van Gestel inhoud en kleur. Wat mensen en organisaties verbindt is hun inzet voor diversiteit, sociale gerechtigheid, bewust omgaan met goederen en opvang en ondersteuning van mensen in nood. Dat maakt het kloosterhof tot een dynamisch geheel, waar bovendien wordt gestreefd naar sociale cohesie, samenwerking en onderlinge ondersteuning. Alle huurders samen vormen de Vereniging ‘Het Kloosterhof van Gestel’.

Met het Kloosterhof is een belangrijke woon- en werkplek behouden, waar mensen, medemensen en de aarde centraal staan.

[Meer]

Ons Wereld Huuske

Medio jaren tachtig was er een redelijk aantal mensen in Zuid-Oost Drenthe, met name het veengebied van de gemeente Emmen, die geen deelname hadden aan het arbeidsproces. Vanuit het sociaal cultureel werk werden er cursussen en bijeenkomsten georganiseerd. Voor een groeiend aantal mensen was dit echter niet voldoende en er werd een grote groep niet bereikt omdat ze het stigmatiserend vonden en/of zij zich niet konden vinden in het (cursus)aanbod.

Onafhankelijk van elkaar waren er groepen die hier iets aan wilden veranderen. Medio 1990 bezochten Tonnie Verschoor, Henk de Vries en Tilly Oort een aantal projecten in de regio, waaronder een project in Coevorden die was opgezet in een woonwijk waarbij ontmoeting gekoppeld aan het repareren van goederen centraal stond. Na afloop wilden Tonnie en Henk een soortgelijk project in Klazienaveen. Dat zou Ons Wereld Huuske worden.

In 1995 werd de akte voor een nieuwe stichting bij de notaris gepasseerd en dankzij giften en bijdragen kon een ruimte bij de plaatselijke schilder in gebruik worden genomen voor de ontmoetingsactiviteiten en de verkoop van ingebrachte goederen.

Al snel kwamen er mensen vanuit de gehele gemeente gezellig meedoen. Na een aantal jaren bleek de ruimte te klein en werd een bedrijfspand op het plaatselijke industrieterrein betrokken.

Ook kwam er een bus om ’s ochtends de mensen (vrijwilligers) van huis te halen en overdag goederen te halen en te brengen. Ook de gemeentelijke sociale dienst activeerde mensen richting “Ons Wereld Huuske”, de stichting ontving hiervoor f 1,00 per dag per persoon. Later bleek deze vergoeding bijna de (financiële) ondergang van de stichting te worden omdat er een grote groep mensen aangemeld werd en de bijdrage bij lange na niet dekkend was.

Als je met dit werk bezig bent, krijg je al gauw in de gaten dat er soms bij mensen die een baan hebben het beeld ontstaat dat mensen die niet aan het arbeidsproces deelnemen, dus de uitkeringsgerechtigden, asociaal of inactief zijn. Dit beeld is vals, uitkeringsgerechtigden zijn heel actief in onbetaald werk, iets wat van groot sociaal belang is in onze maatschappij.

In de politiek wordt in eerste instantie gekozen voor werk, werk en nog eens werk, op zich zelf niets op tegen, maar onze maatschappij zal moeten accepteren dat een aantal mensen geen betaalde baan meer zal hebben.

Naast de activiteiten die we met onze vrijwilligers doen, zoals het houden van creatieve middagen, ontspanning en educatie, wordt er ook aandacht besteed aan de eventuele problemen die men ondervindt om de weg te vinden in ambtelijke molens. De vrijwilligers worden hierbij zoveel mogelijk geholpen, en dit kan zijn bijvoorbeeld het helpen bij invullen van formulieren of meegaan voor ondersteuning bij een gesprek. Altijd wordt naar een oplossing gezocht.

Lezing Saskia Noorman-Den Uyl

Waarde aanwezigen,

Lieve Siska.

De uitnodiging om bij deze gelegenheid te spreken is mij een grote eer.

Er is alle reden om te praten over de positie van mensen die arm zijn te weinig kansen krijgen en in de knel zitten. En dat toegespitst op de actualiteit van maatschappelijke en economische ontwikkelingen te houden. De huidige economische situatie is voor veel mensen bedreigend, maar is niet het enige dat mensen tekort doet. Sociale verworvenheden komen onder druk te staan. Het perspectief voor veel meer mensen is slecht: werkloosheid, plotselinge inkomensdalingen en daarmee het ontstaan van schulden. De toename van armoede.

Er zijn factoren die niet direct met de economische recessie te maken hebben en die we in Nederland gewoon slecht geregeld hebben, soms niet zien, of niet willen weten. Ik noem:
– De te geringe kansen voor kinderen vooral voor hen uit een arm gezin.
– De kwetsbare positie van gezinnen van alleenstaande ouders.
– De nieuwe Nederlanders, die het moeilijk krijgen. De tweede en derde generatie worden weer als eerste van de arbeidsmarkt opzij gezet.

Zorgelijk is de beeldvorming over mensen die werkloos zijn, een uitkering hebben. Zorgelijk is het gemak waarmee zonder respect over mensen wordt gepraat of het nu een minister is., een overheidsorganisatie, een politieke tegenstander of mensen met een uitkering. In tijden van recessie laait het fortuynisme onder een andere naam weer op als PVV en Wilders.

Ik heb me in 2001 en 2002 zo geërgerd aan de romantisering van Fortuyn als een Robin Hood in de politiek. Terwijl hij in grove grievende karikaturen over kwetsbare mensen sprak. Een citaat uit de boekjes van Fortuyn en zijn programma dat voor mij de deuren dicht deed naar enige respect over zijn opvattingen.

“Uitkeringsgerechtigden zijn bankzitters met een grote mond die de nodige maatschappelijke overlast bezorgen om wat te doen te hebben. Ambtenaren willen voor een uitkering jouw ziel terug hebben. Met de verstrekking van een uitkering geef je een fundamenteel mensenrecht op: het recht op zelfbeschikking, het recht om zelf je eigen broek op te houden.” (p103).

Dat mensbeeld, die opvatting verfoei ik.

Wat hoop geeft is dat we de afgelopen 25 jaar wel iets geleerd hebben over hoe je recessie overleeft en hoe de politiek wel fatsoenlijk kan blijven. Hoe je elkaar en de samenleving kunt aanspreken op wat sociaal, fatsoenlijk en eerbaar is.

Harrewijn was een woordvoerder sociale zaken, waarmee ik nauw heb samengewerkt en voor wie het resultaat van wetgeving voor de mensen vaak belangrijker was, dan politiek theater. Zijn manier om het politieke handwerk te bedrijven heb ik de Kamer na 2002 zeer gemist. Ab Harrewijn was meer dan een aardige collega waarmee ik vele debatten voerde in de tweede kamer. Akkoord: hij was groen en ik rood, maar we waren het vaak zeer eens over oplossingen voor schrijnende misstanden op sociaal gebied. Een goede herinnering heb ik aan ons gezamenlijk initiatief in december 2001. Het ging om mensen met bijstand of AOW die gekort worden of soms zelfs hun bijstand verliezen als ze gaan samenwonen met iemand die ernstig ziek is en intensieve zorg behoeft. We vonden het niet eerlijk dat je dan meteen 20% van je AOW moet inleveren. We vonden het niet eerlijk dat een gescheiden vrouw met kinderen die bij haar broer intrekt geen recht heeft op bijstand. Die broer moet dan maar in haar onderhoud voorzien. Dat was de regel.

Onze motie werd toen weg gestemd maar in 2005 is het gelukt met een initiatief uit de Kamer de wet te toch veranderen.

Ook rond cliëntenparticipatie, recht op voorlichting en kans op zelfredzaamheid van werklozen waren initiatieven waarbij we elkaar vonden.

Als Kamerlid gebruikte ik vaak de signalering van sociaal raadslieden. Deze sociaal juridische dienstverleners zien eerder en als geen ander hoe de wetten en regels bij mensen landen.

Welke misstanden er kunnen ontstaan onbedoeld, maar soms juist beoogd. De sociale werkelijkheid lijkt vaak niet op de wat fictieve situaties waar wetgevers vanuit gaan. De gemiddelde mens met een gemiddeld laag inkomen. Dat onbegrip of onkunde zie ik ook bij politici.

Ik leer nu want sinds 2006 ben ik voorzitter van de Landelijke Sociaal Raadslieden ik volgde Wilbert Willems op. Hoe het werkt?

Je wordt wanhopig omdat je als alleenstaande moeder in de bijstand te weinig geld krijgt, niets begrijpt van wat die sociale dienst nu weer verknoeit aan het schrale inkomen waar je recht op hebt. Je krijgt structureel 120 euro te weinig. Ver onder het bestandsminimum. Maar volgends de Sociale Dienst heb je geen recht op een woonkostentoeslag want die hebben ze gewoon afgeschaft. Terwijl het geld daarvoor wel bij de gemeenten zit. Dit voorbeeld is van de Sociale Dienst Amsterdam. Niemand wil je helpen of kent de regels goed genoeg om door de afwijzende houding van de sociale dienst (of de belastingdienst toeslagen) heen te breken. Het is een muur.

Dan zijn er de sociaal raadslieden die wèl weten hoe de regels moeten worden toegepast. Die voorbeelden hebben om de sociale dienst duidelijk te maken hoe wèl gewerkt moet worden. Zij helpen je en ze schrijven jouw bezwaarschrift, nemen zo nodig contact op met de sociale dienst. Zo ziet het werk van sociaal raadslieden of sociaal juridische dienstverleners er uit. Dank zij de signaleringsfunctie die sociaal raadslieden landelijk georganiseerd hebben leiden zulke signalen als die van de bijstandsmoeder soms tot forse aanpassing van wet- en regelgeving.

De massale foute toepassing van gemeenten bij de vrijlating van de beslagvrije voet is er een zeer recent voorbeeld van. De gemeenten lieten veel bijstandsklanten veel te weinig inkomen bij het verrekenen van vorderingen. Na signalering van de sociaal raadslieden is dat beleid in begin dit jaar in alle gemeenten gewijzigd op aanwijzing van de staatssecretaris. De Belastingdienst blijft tot op heden halsstarrig in het weigeren om de norm voor het vrij te laten inkomen te respecteren.

De bijna een half miljoen cliëntcontacten per jaar van de sociaal raadslieden zijn broodnodig. In sommige steden zijn er forse wachttijden voor hulp en bijstand. Er zijn witte vlekken in het land waar mensen geen professionele hulp kunnen krijgen voor hun sociaal juridisch probleem. Al die vragen van mensen die hulp nodig hebben omdat ze verstrikt raken in wetten en regels laat zien dat de sociale werkelijkheid er vaak anders uitziet dan de overheid denkt.

Heel veel burgers hebben ondersteuning nodig op het gebied van financiën, schulden, incasso, uitkeringen, belasting, toeslagen, sociale zekerheid en persoonsgebonden budgetten. Veel hulpvragen zijn complex en hangen met elkaar samen. De expertise van sociaal raadslieden en sociaal juridische hulpverleners zit vooral in de breedte van hun kennis en de samenhang tussen wetten en regels.

Signalering

De Landelijke organisatie sociaal Raadslieden hebben vorig jaar twee rapporten gepubliceerd. Schuldenaren in de knel en Incasso een bron van ergernis. Beide rapporten leiden tot wijziging van wetten en regels. Uit die rapporten blijkt ook dat armoede en schulden vaak voortkomen uit fouten in wetten, regels en het meest in de uitvoering.

Ik noem er een paar en zal niet volledig zijn.
1. Mensen krijgen niet waar ze recht op hebben.
2. Uitvoeringsorganisaties houden zich niet aan de wettelijke regels.
3. De overheid verzuimt regels te stellen o.a. incasso die de bescherming moeten bieden die in het burgerlijk wetboek is neergelegd.
4. De toegankelijkheid van verstrekkingen en voorzieningen is volstrekt onvoldoende zoals de bijzondere bijstand.
5. Toeslagen die als inkomensondersteuning worden ingezet komen door manco’s in de uitvoering niet te laat of onvoldoende bij mensen terecht.

Maatregelen

Volgend jaar is het Europese jaar voor de armoedebestrijding. Ik heb voor mijzelf een lijstje gemaakt van zaken en acties die er wat mij betreft moeten gebeuren. Ik noem er een zevental.

1. Vrijwilligerswerk bij armoedebestrijding
Aandacht voor vrijwilligerswerk om onbenutte rechten te verzilveren en budget te begeleiden. Nodig is een infrastructuur. Opleiding, training, supervisie op lokaal/regionaal niveau. Want een formulierenbrigade die fouten maakt brengt meer schade aan dan dat ze goed doet. Toch is een hoogwaardige inzet van vrijwilligers onmisbaar.

2. Adoptieprogramma’s
Adoptieprogramma van serviceorganisaties en bedrijfsleven voor voedselbank, vakantieprogramma’s in eigen land, zwemdiploma voor iedereen onder de 16 jaar; eindejaarspakketten, etc.

3. Alleenstaande ouders
Armoedeval oplossen bij (gedeeltelijke) inkomen uit arbeid tot 130% minimumloon. De wet die daarin voor alleenstaande ouders voorziet is in maart 2007 door de eerste kamer aangenomen . Maar nog steeds niet ingevoerd. Met die wet kunnen alleenstaande ouders arbeid en zorg combineren en zo hun kinderen betere kansen bieden. De Wet Voorzieningen Arbeid en Zorg Alleenstaande Ouders (VAZALO) invoeren per 1.1.2011.

4. Kansen voor Kinderen
De Deense hoogleraar Esping Anderson concludeerde in 2005 dat achterstand arme kinderen hun leven lang doorwerkt. Gemiddeld hebben ze 2 jaar minder schoolopleiding, zij leven gemiddeld 4 jaar korter, zijn vaker en langer ziek. Zij hebben 70% kans zelf net zo arm te worden als hun ouders. Op het initiatief van Hans Spekman PvdA ‘Alle kinderen een goede start’ maakte het kabinet eerder 80 miljoen euro vrij voor armoedebestrijding onder kinderen. Er werd afgesproken dat aan het eind van de regeerperiode van het kabinet het percentage kinderen in arme gezinnen die om financiële redenen geen lid zijn van een (sport)vereniging, gehalveerd moet zijn. Dat geld zit nu niet geoormerkt bij de gemeenten en wordt nog nauwelijks besteed.
Om in 2011 vast te kunnen stellen of deze doelstelling gehaald wordt, is aan het SCP gevraagd twee metingen te verrichten. Bij deze ‘nulmeting’ heeft het SCP in kaart gebracht hoeveel kinderen in Nederland in 2008 om financiële reden maatschappelijk niet meedoen. Vervolgens zal in 2010 bij de vervolgmeting moeten blijken of het gewenste effect is behaald.
Uit de nulmeting van het SCP kwam naar voren dat een half miljoen van de 2,5 miljoen kinderen tussen de 5 en 18 jaar niet op sport, muziekles of scouting zit. Vaak is dat te wijten aan geldgebrek: het percentage arme kinderen dat helemaal niets doet in de vrije tijd (34 procent) is twee keer zo hoog als dat van niet-arme kinderen (17 procent).

5. Tweetalige kinderen
Eergisteren werd bericht over recent vergelijkend onderzoek in Europa, dat laat zien dat met name Turkse scholieren het in Nederland zeer slecht doen. De helft komt niet verder dan een startkwalificatie. Het vergelijkend onderzoek laat zien dat in nagenoeg alle Europese landen van de Turkse scholieren maar 10% slecht presteert.
De conclusie is dan ook dat wij in Nederland slechte scholen hebben en een onderwijssysteem dat volstrekt onvoldoende kansen bieden aan leerlingen met een anderstalige achtergrond. Beschamend niet? Een deltaplan onderwijskwaliteit voor kinderen met een achterstand op grond van tweetaligheid in het voortgezet onderwijs zal snel ontwikkeld moeten worden.

. Wettelijke bescherming van schuldhulp
Actieve handhaving verbod op betaalde schuldhulp/ schuldsanering door Economische Controle dienst: meldingsplicht doorverwijzers (maatschappelijkwerk, juridisch loket gemeenten bij constatering illegale schuldhulp tegen betaling). Openbaarmaking van misbruik.
Ook is verbetering nodig van de wettelijke regels voor budgetbeheer ter bescherming van onvermogenden. Toezicht en controle die bijna niet plaats vindt is hoogst noodzakelijk. Openbaarmaking tarieven, vaste tarieven etc.

7. Rol gemeenten
Gemeenten hebben inmiddels veel geld gekregen om armoede te bestijden. Maar ze gebruiken het geld voor de schuldhulp maar voor 17% (november 2008). Er is 80 miljoen voor participatie van arme kinderen in arme gezinnen. Dat geld wordt nog nauwelijks gebruikt. Er is verder een fors bedrag uitgetrokken voor armoedebestrijding. E zijn miljoenen voor informatie, voorlichting en ondersteuningsfuncties in het kader van de Wmo. Geld waar gemeenten voor die taken nog nauwelijks iets mee doen. Ik noem het sociaal raadslieden werk dat in vele gemeenten ontbreekt. Al dat geld is ongelabeld. Gemeenteraadsleden zelf weten vaak niet hoeveel geld de eigen gemeenten heeft gekregen met welk oogmerk. Laat staan dat ze weten wat ze het College van B en W moeten vragen om te beoordelen of dat geld aan het oogmerk besteed is en wat het resultaat daarvan is.
Ik ben een beetje cynisch dat hoort u wel.
U als inwoner van een gemeente die het wat kan schelen hoe het mensen die kwetsbaar zijn gaat kan er iets aan doen. Spreek uw gemeenteraadsleden aan. Organiseer dat er jaarlijks een openbaar gesprek is met gemeenteraadsleden en cliënten, maatschappelijke instellingen etc. over wat er wel en niet goed gaat.

Tot slot. Ik heb nog zo veel politieke wensen.
· Dat het inkomensbeleid en de koopkrachtplaatjes van de regering overeen stemmen met de werkelijkheid zoals mensen die ervaren.
· Dat in de toekomst het verschil tussen arm en rijk afneemt en Nederland een meer solidaire samenleving wordt.
· Dat we investeren in werk, participatie en sociaal isolement tegengaan.
· Ja, ja het staat in al die verkiezingsprogramma’s, maar ik kan het niet laten er op te wijzen

Nu 10 jaar geleden waren we in Berlijn op een werkbezoek met een delegatie van de Tweede Kamer. Het ging over arbeidsongeschiktheid en hoe werkloze mensen weer aan het werk komen. Drukke dagen en nauwelijks vrije tijd om in ieder geval iets aardigs mee te nemen voor thuis. Met Ab Harrewijn wisselde ik ideetjes uit. Hij zei dat hij iets aardigs voor Siska zocht en trots liet hij ’s avonds bij het eten twee piepkleine gekleurde glaasjes van Boheems kristal zien die bij in een tweedehands winkel voor Siska vond. Hij was een mooi mens, hoekig, ronduit, solidair.

Ab Harrewijnprijs die van middag wordt uitgereikt brengt mensen in het voetlicht die belangrijk werk doen. Ik heb respect voor mensen die als drijfveer hebben de samenleving wat rechtvaardiger maken. Die mensen die arm en kwetsbaar zijn meer recht willen doen. Die bewijzen dat solidariteit niet van gisteren is, maar een eeuwige waarde in een samenleving die bestaat uit sterken en zwakkeren. Dat zijn zeker grote woorden. Maar die drijfveer was in de aard en persoon van Ab Harrewijn verweven.

Dat is waarom we hier bijeen zijn.