Wereldvrouwenhuis wint Ab Harrewijn Prijs 2014
De Ab Harrewijn Prijs 2014 gaat naar Mariët Mensink en Maria van den Muijsenbergh, initiatiefnemers van het Wereldvrouwenhuis Mariam van Nijmegen, waar vrouwen zonder verblijfspapieren, zonder onderdak en met medische problemen tijdelijk opvang vinden. De bekendmaking vond plaats op dinsdag 13 mei om 16.30 uur de Muiderkerk te Amsterdam.
Uit het juryrapport: “Het is ieder jaar weer verheugend om te zien hoeveel projecten – meer dan twintig deze keer – worden opgezet om iets te doen aan maatschappelijke misstanden. Particulier initiatief is bewonderenswaardig. Maar het is ook vaak een teken van collectief falen. (…) De jury was dit jaar unaniem in haar oordeel, omdat er één initiatief was dat zich eigenlijk op alle drie de velden die we eerder noemden beweegt: armoede, dakloosheid en vluchtelingen. Daarbij richt het zich ook nog op een groep die om twee extra redenen kwetsbaar is: vrouwen met medische problemen.
Het juryrapport | Foto’s van de uitreiking | Informatie van de genomineerden | Toespraak Julia van Rijn | Toespraak Lisa Paassen
Het juryrapport
Een jaar geleden kende bijna niemand het woord ‘participatiesamenleving’. Het is een woord met een dubbel gevoel. Enerzijds kan niemand er tegen zijn dat mensen hun lot in eigen handen nemen en zich het lot van hun medemensen aantrekken. Anderzijds krijgt het een zure smaak, wanneer dit vooral gebeurt omdat anderen, zoals de overheid, hen hebben laten vallen.
Ab Harrewijn kende dit dubbele gevoel onder meer uit de tijd dat hij hier in Amsterdam als arbeidspastor de grote ontslagrondes in de scheepvaartindustrie begeleidde. Hij herkende de pijn, maar het was voor hem ook de aanleiding om een zelforganisatie voor de ontslagen arbeiders op te zetten.
Datzelfde dilemma kent ook de jury van de Ab Harrewijn Prijs. Het is ieder jaar weer verheugend om te zien hoeveel projecten – meer dan twintig deze keer – worden opgezet om iets te doen aan maatschappelijke misstanden. Particulier initiatief is bewonderenswaardig. Maar het is ook vaak een teken van collectief falen.
Dat geldt ook voor de terreinen waarop de drie genomineerden zich begeven. De verwachting is dat dit jaar tien procent van de huishoudens in de categorie ‘laag inkomen’ valt. Dat betekent een grote kans op werkelijke armoede. Het aantal daklozen neemt in Nederland sinds het begin van de crisis met 2000 mensen per jaar toe. Bij de opvang van vluchtelingen is Nederland zelfs zo diep gezakt dat Duitsland geen mensen meer hierheen terugstuurt, omdat de menswaardigheid niet gegarandeerd is.
“Wanneer mensen zelf vorm geven aan hun toekomst, voegen zij niet alleen waarde toe aan hun eigen leven, maar ook aan de samenleving als geheel”, legde het kabinet uit als doel van de participatiesamenleving. Met de uitspraak op zichzelf is niets mis. Maar het leek vooral bedoeld als doekje voor het bloeden bij bezuinigingsbeleid. Zo werd het niet een positieve oproep aan alle Nederlanders, maar een lekke reddingsboei voor degenen die kopje onder dreigen te gaan.
De jury van de Ab Harrewijn Prijs heeft grote bewondering voor iedereen die probeert wat lucht in de reddingsboei te blazen. Daarom ook waarderen we alle genomineerden met een prijs. We hebben onszelf echter ook opgelegd om een hoofdprijs uit te delen. Dat is ieder jaar weer een moeilijke klus, vooral omdat we vaak appels met peren vergelijken.
Toch was de jury dit jaar unaniem in haar oordeel, omdat er één initiatief was dat zich eigenlijk op alle drie de velden die we eerder noemden beweegt: armoede, dakloosheid en vluchtelingen. Daarbij richt het zich ook nog op een groep die om twee extra redenen kwetsbaar is: vrouwen met medische problemen. De Ab Harrewijn Prijs 2014 gaat dan ook naar het Wereldvrouwenhuis Mariam van Nijmegen.
Foto’s van de uitreiking
Juryvoorzitter Ineke van Gent heet iedereen welkom
Julia van Rijn, predikant van de Muiderkerk, vertelt over de band van Ab Harrewijn met deze kerk
Spreker André Rouvoet vertelt over de dilemma´s van de solidariteit
Christiaan Winter, musicus van de Oude Kerk, verzorgt een intermezzo
Lisa Paassen, winnares van 2013, vertelt over haar werk
Genomineerde Mariët Mensink
Genomineerde Annemiek Onstenk
Genomineerden Bert Schulte en Joy Falkena
Juryleden Ruard Ganzevoort en Eddy Reefhuis
Winnares Mariët Mensink met juryvoorzitter Ineke van Gent
Informatie van de genomineerden
Wereldvrouwenhuis Mariam van Nijmegen
Oktober 2012 werd de Stichting Wereldvrouwenhuis Mariam van Nijmegen opgericht, met als doel het tijdelijk opvangen en sterker maken van kwetsbare, dakloze vrouwen zonder verblijfspapieren en verzekering, met medische problemen.
In oktober en november 2012 werden twee huizen onder een kap gehuurd met een opvangcapaciteit van zeven vrouwen. In januari kwam de eerste vrouw en april 2014 zijn al vijfentwintig vrouwen, variërend in leeftijd van 19-72 jaar, drie tot vier maanden onderdak en een intensief programma geboden.
De vrouwen weten dat de opvang tijdelijk is en het succes daarvan afhangt van hun eigen deelname aan de lessen. Zij krijgen wekelijks drie Nederlandse lessen, drie creatieve lessen, een fietsles, een medische informatieles en een yogales. Maandelijks is er een zelfverdedigingsles. Daarnaast zijn er activiteiten als poetsles, hardlopen en zwemmen. Elke week is er een huisvergadering waar alle vrouwen aan deelnemen. Elke vrouw heeft een persoonlijk begeleidster die zorgt dat het medische en zo mogelijk het juridisch traject start en die samen met de vrouw zoekt naar opvangmogelijkheden na afloop van het verblijf in het Wereldvrouwenhuis.
De vrouwen hebben vanwege diverse redenen en situaties hun land verlaten, bijvoorbeeld: op de vlucht voor oorlogsgeweld, om te ontkomen aan sociale druk om vrouwenbesnijdster te worden of aan mishandeling en verkrachting. Enkele vrouwen zijn door mensenhandel in Nederland terecht gekomen.
Alle vrouwen hebben, vaak meerdere en soms zeer ernstige, gezondheidsproblemen. Geen van hen had op het moment van aankomst in het Wereldvrouwenhuis een huisarts. Zij zijn allen ingeschreven bij de huisartsen van Universitair Gezondheidscentrum Heyendael en daar onder behandeling gekomen. De meesten zijn vandaaruit doorverwezen naar specialistische zorg in GGZ of ziekenhuis.
De uitstroom is tot nu toe goed verlopen, maar vergt voortdurende zorg. Zeven vrouwen konden terug in de COA opvang. Twee vrouwen hiervan kregen zelfs een verblijfsstatus. Acht vrouwen zijn naar goede particuliere adressen gegaan. Drie vrouwen verlieten het opvanghuis voordat hun opvangperiode was afgelopen omdat zij zelfstandig andere opvang vonden.
Ook na de opvangperiode kunnen de vrouwen nog gedurende een half jaar een beroep doen op de begeleiding en activiteiten van het Wereldvrouwenhuis.
Alle medewerkers van de stichting werken op vrijwillige basis. Financieel is de Stichting geheel afhankelijk van de financiële steun van verschillende organisaties, fondsen en veel particuliere donateurs.
Qracht 500
De armoede in Nederland groeit. Niet alleen veel uitkeringsgerechtigden, daklozen, chronisch zieken en mensen met een beperking moeten rondkomen van weinig of geen geld. Ook steeds meer werklozen, ondernemers, agrariërs, zelfstandigen en woningbezitters zien hun welstand verdampen. Armoede kan iedereen overkomen. In de beeldvorming is armoede vaak je eigen schuld en maken uitkeringsgerechtigden misbruik van voorzieningen. Zij zouden gemakzuchtig hun hand ophouden bij hardwerkend Nederland in plaats van de handen uit de mouwen te steken. Maar is dat zo?
Qracht 500 vraagt het mensen in armoede zelf. Hoe kwamen zij in armoede terecht, wat doen ze om uit de armoede te komen en wat zijn de voornaamste problemen die zij op hun pad vinden? Op de site www.qracht500.nl, sinds juni 2013 online, staan de eerste 150 portretten. De geportretteerden hebben verschillende achtergronden en wonen verspreid over het hele land. Een eerste waarneming is dat de vele mensen die hun baan, inkomen, huis en soms ook hun relatie verloren, zelden hun veerkracht verliezen. Zij hebben schulden en gezondheidsproblemen, maar wisselen zorgen af met humor. Ze willen meedoen, in een baan of vrijwilligerswerk, en een ‘normaal leven’. Een enkeling gooit de kont tegen de krib en is niet van plan in beweging te komen.
Het (eenmalig) magazine is 20 februari 2014 onder dezelfde naam verschenen, de dag dat de Participatiewet is aangenomen in de Tweede Kamer. Naast portretten bevat Qracht 500 achtergrondartikelen, opinie, fotoreportages, bezuinigingstips en meer. Qracht 500 is o.a. bedoeld voor beslissers van Nederland. Geïnterviewden en donateurs kregen een exemplaar toegestuurd. Losse nummers zijn sinds 21 febr voor €6,50 te koop bij de AKO, Bruna, Albert Heijn, Atheneum Amsterdam, Primera, Pampus en The Readshop maar ook via de website www.qracht500.nl. Als derde qrachtiviteit vond op 9 mei 2014 de Qrachtmeeting over armoede plaats in hotel The Grand Amsterdam, waar geïnterviewden uit Qracht 500 in debat gaan met werkgevers, politici, een gemeente en woningcorporatie. Mogelijk komt er ook een foto-expositie en een tv-productie.
De achterban
Wij komen op voor de belangen van mensen zoals wijzelf: daklozen, thuislozen, druggebruikers en mensen die dat zijn geweest. De Achterban is het cliëntenplatform maatschappelijke opvang (MO) en openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGz). Een soort vakbond voor deze doelgroepen zou je het kunnen noemen.
Wij, deelnemers aan De Achterban, kennen het straatleven van binnen en van buiten. Wij maken gebruik van de laagdrempelige voorzieningen, wij hebben persoonlijk te maken met het gemeentelijke beleid en wij ondervinden het optreden van politie en justitie aan den lijve. Dus wij weten waar de knelpunten liggen. Wij menen dat de beste antwoorden op de vraag wat er in Den Haag moet worden gerealiseerd, worden gegeven door de cliënten zelf.
Om de medezeggenschap op Haags niveau te organiseren en structuur te geven is in 2007 De Achterban gestart. Dit gebeurde op initiatief van stichting Drugpunt (sinds 2010 stichting Straat Consulaat) en Alf Berendse, één van de oprichters van stichting Drugpunt. Inmiddels is De Achterban een begrip in Den Haag. Verschillende vertegenwoordigers van cliëntenraden, cliënten uit de MO en daklozen nemen deel aan De Achterban. De Achterban loopt als een trein en de resultaten liegen er niet om. Er staan ruim 100 mensen op de deelnemerslijst en veel van hen doen actief mee aan de werk- en projectgroepen.
Toespraak Julia van Rijn
Beste mensen. Ik ben Julia van Rijn, dominee in deze Muiderkerk en het is heel bijzonder dat we dit jaar de uitreiking van de Ab Harrewijn Prijs hier hebben. In heb Ab Harrewijn nog meegemaakt in de jaren tachtig.
Het was in december 1983 dat Ab aan de gemeente van de Muiderkerk werd verbonden als industriepastor in dienst van DISK OKEBA. Vanaf die tijd ging Ab regelmatig voor in de Muiderkerk en hij kwam hier graag. En wij vonden het fijn als Ab voorging. Al zeiden we wel altijd tegen elkaar: ‘Brood meenemen, want Ab komt.’ Hij nam de tijd voor een preek en dat is altijd zo gebleven.
Een van de laatste keren dat hij hier voorging in de Muiderkerk zei hij na afloop bij de koffie tegen een paar mensen dat hij de avond ervoor op zaterdagavond nog wat delen uit zijn toch wel erg lange preek had geschrapt, maar dat hij ze vanmorgen toch allemaal weer had verteld en de hele preek had gehouden. Want je hebt een woord voor de wereld of je hebt het niet.
Het ging altijd ergens over als Ab voorging. Hij liet ons meekijken naar de wereld van de grote scheepswerven in Noord Amsterdam en omdat die werven in de jaren tachtig van de vorige eeuw in hoog tempo over de kop gingen werd Ab al snel pastor van de mensen die hun baan verloren. In zijn preken kon hij fel zijn. Ik denk dat iedereen die hem kent dat wel herkent. Onrecht noemen. Hij schuwde goed en kwaad niet. Hij wist vrij precies het verschil en de rode dominee wist ook welke kleur God verkoos.
Maar zijn preken waren behalve fel ook bewogen en nooit zonder hoop. Altijd wist hij de verhalen te vertellen van de mensen die hij ontmoette in zijn werk, van hun kracht, van hun hoop, van hun kleine uitzichten. De projecten die vanmiddag voor de Ab Harrewijn Prijs zijn genomineerd vertegenwoordigen, denk ik, juist die verhalen. Ab zou van die projecten hebben verteld.
Hij was in zijn preken en daarbuiten bij alle andere banen die hij daarna ook nog kreeg tot in de Tweede Kamer aan toe niet alleen de woordvoerder van zijn mensen. Hij liet hen ook zelf aan het woord. Hij rustte hen toe om voor zichzelf op te komen en ik denk dat dat de rode draad is gebleven in al zijn werk: Mensen aan het woord laten, hen zelf het woord geven. En dat was eigenlijk best wel nieuw in de jaren tachtig. Er werd veel gesproken over mensen die recht hadden op een uitkering, over mensen die werkloos waren, maar om ze aan het woord te laten dat is wel de verdienste van Ab geweest, dat ie dat voor elkaar heeft gekregen.
Dat is ook de reden waarom wij vandaag zijn naam hoog houden. Niet alleen omdat Ab een ongelooflijk aardige man was, en bewogen en gul en vol humor, maar vooral omwille van de zaak die hij diende: Mensen tot hun recht te laten komen.
Een paar weken voor zijn dood ging Ab voor in de Muiderkerk. En als slotlied liet hij zingen uit het oude liedboek gezang 485: “O, Christus wees geprezen, Gij hebt ons vrij gemaakt om nooit meer slaaf te wezen, weerloos en zwak en naakt.” En wie zelf bevrijd is kan niet anders dan opkomen voor hen die onvrij zijn. En het lied eindigt dan ook met de woorden: “Laat al wie zijn gebonden, gebeukt, verdrukt geschonden bij ons zich veilig weten maakt ons aan u gelijk Christus, naar wie wij heten, voorboden van uw rijk.”
Dit lied van Ab den Besten heeft het nieuwe liedboek niet gehaald, maar in de Muiderkerk blijven wij het zingen en dan gedenken wij Ab Harrewijn, onze leraar en herder. De Muiderkerk is trots dat de prijs die zijn naam draagt vandaag hier in ons midden wordt uitgereikt. Ik wens u allen een hele mooie middag toe.
Toespraak Lisa Paassen
Wij Jongeren Advies Punt of het JAP van Fries Samenwerkingsverband Uitkeringsgerechtigden (FSU) hebben vorig jaar zoals jullie weten de Ab Harrewijn Prijs gewonnen. De Prijs werd aan ons uitgereikt omdat wij als jongeren andere jongeren helpen. Met problemen zoals bij schulden en werkloosheid. We waren en zijn erg trots op de prijs, een fijne waardering voor ons werk. Vandaag hebben we het kunstwerk van de Prijs meegenomen zodat deze als wisseltrofee uitgereikt kan worden aan de volgende prijswinnaar.
We hebben het prijsbedrag heel goed kunnen besteden. We konden er verschillende activiteiten mee betalen. We hebben onder andere het afgelopen jaar zo’n tachtig jongeren geholpen via onze spreekuurpunten. Die heb je in Heerenveen bij Buro Saris (dat begeleiding biedt aan jongeren, om te voorkomen dat ze aan de rand van de samenleving belanden) en de bibliotheek in Leeuwarden, ook op ons kantoor van het JAP en bij jongeren thuis. Bij ruim de helft van de jongeren ging het om schulden. De jongeren komen steeds vaker met hogere schulden en meer schuldeisers. De schuld varieert dan van twee honderd euro tot tien duizenden euro’s en ze hebben vaak tien of meerdere schuldeisers. Reden voor ons om daar zo vroeg mogelijk bij te zijn.
Daarom geven we ook informatie op scholen MBO onderwijs en het Friesland College. We hebben het Friesland College voor MBO onderwijs en volwassenen educatie benaderd. Het JAP heeft inmiddels afspraken gemaakt met de afdeling zorg van het Friesland College om tijdens de opleiding te voorlichting te geven en voortijdig schoolverlaters te helpen en na de opleiding hulp aan te bieden aan de jongeren die dan werkzoekend zijn. Om preventief te werk te gaan hebben we ook verschillende workshops over geld, schulden en uitkeringsregelingen ontwikkeld en deze hebben we tien keer uitgevoerd dit jaar. Ook hebben we samen met het Friesland College een deal gemaakt om steeds beter in de leefwereld van jongeren te komen. We trekken erop uit zoals flyeren in de binnenstad, op markten en op scholen en we waren met onze stand op enkele banenmarkten.
Onze leus is: Voor jongeren, door jongeren. Daar ligt onze kracht. We hoeven niet uitgebreid alle kennis in ons hoofd te hebben. We hebben vooral de toegang tot de nodige kennis georganiseerd. Ons jongerenteam is een zelfstandig onderdeel van het FSU, een provinciale organisatie met 350 vrijwilligers. We kunnen daardoor ook altijd een beroep doen op onze oudere en ervaren collega’s. Bedankt voor jullie tastbare steun.