Aysel Disbudak wint Ab Harrewijn Prijs 2003

Aysel Disbudak

De winnares van de Ab Harrewijn Prijs 2003 is Aysel Disbudak, oprichtster van het Migrantenplatform Gehandicapten Amsterdam en omstreken. Zij krijgt de prijs voor haar persoonlijke inzet om handicaps in allochtone kringen bespreekbaar te maken en om hulp te bieden bij het vinden van een weg in de Nederlandse regelgeving. De prijs wordt op 13 mei om zes uur ’s avonds uitgereikt in de Lutherse Kerk te Den Haag door Abs partner Siska Barelds en Paul Rosenmöller.

Het juryrapport zegt onder meer het volgende: “Aysel heeft, als jonge vrouw, aan den lijve ervaren wat het is om te leven met een gezinslid met een verstandelijke handicap. De wanhoop, de bureaucratie, de opgave waarvoor gezinsleden zich in de eerste plaats als ‘mantelzorgers’ gesteld zien. Ze heeft zich niet in de hoek laten duwen van ‘zorgen voor’, maar heeft gezocht naar ‘recht halen voor’. Ze heeft zich de deskundigheid eigen gemaakt om het recht op een Persoonsgebonden Budget voor haar broer te regelen en met die nieuw verworven deskundigheid ook andere mensen van dienst te zijn in de regio Amsterdam, tot aan Alkmaar toe.”

Het juryrapport
Foto’s van de uitreiking
Informatie van de genomineerden

Het juryrapport

Door vijf nominaties van zeer verschillende aard vast te stellen, heeft de jury van de Ab Harrewijn Prijs 2003 het zichzelf niet eenvoudig gemaakt. Hoe weeg je immers een inloophuis af tegen een kunstenaarsproject, of goedkope vakanties tegen een migrantenplatform en een opleidingscentrum voor asielzoekers. De vijf initiatieven lopen zowel in aard als in omvang zo sterk uiteen dat onderlinge vergelijking ervan bijna per definitie onmogelijk is. Bijgevolg heeft iedere keuze iets van onrechtvaardigheid in zich.

Toch moest een keuze gemaakt worden. Bij het aanwijzen van een winnaar heeft de jury zich laten leiden door een aantal criteria: originaliteit van het idee, het samenbrengen van mensen en het overbruggen van schijnbare tegenstellingen. Minstens zo belangrijk was de intuïtie van de juryleden, die Ab allen van nabij gekend hebben, wat de naamgever van de prijs van het betreffende initiatief gevonden zou hebben. Op grond van deze overwegingen heeft de jury langdurig gedebatteerd over de vijf onvergelijkbare initiatieven en is uiteindelijk tot een afweging gekomen.

De winnaar van de Ab Harrewijn Prijs 2003 heeft een sterke inzet getoond om iets te doen voor een groep die tussen de wal en het schip van de samenleving valt, omdat ze niet goed past in de hokjes die wij daarvoor ingericht hebben. Dankzij dit initiatief heeft deze groep nu een eigen thuishaven. De jury heeft grote waardering voor de aanpak van de winnaar, die met groot enthousiasme en persoonlijke inzet een waardevolle organisatie van de grond getild heeft.

De winnaar van de Ab Harrewijn Prijs 2003 is Aysel Disbudak voor het opzetten van het Migrantenplatform Gehandicapten Amsterdam en Omstreken.

Aysel heeft, als jonge vrouw, aan den lijve ervaren wat het is om te leven met een gezinslid met een verstandelijke handicap. De wanhoop, de bureaucratie, de opgave waarvoor gezinsleden zich in de eerste plaats als ‘mantelzorgers’ gesteld zien. Ze heeft zich niet in de hoek laten duwen van ‘zorgen voor’, maar heeft gezocht naar ‘recht halen voor’. Ze heeft zich de deskundigheid eigen gemaakt om het recht op een Persoonsgebonden Budget voor haar broer te regelen en met die nieuw verworven deskundigheid ook andere mensen van dienst te zijn in de regio Amsterdam, tot aan Alkmaar toe.

Gedeelde ervaring maakt mensen sterker: ouders en andere familieleden staan er niet alleen voor. Dat betekent iets in een moslimcultuur waar een verstandelijke handicap door gevoelens van schaamte en schuld wordt weggestopt. Aysel heeft er zelf ‘open’ mee durven omgaan en heeft honderden vrouwen en mannen en hun kinderen dichter bij elkaar gebracht en dichter bij voorzieningen waar ze recht op hebben, maar waarvan de toegang door bureaucratische regels vaak moeilijk te ontsluiten was. Ze is daarin een pionier in allochtone kring. En ze staat in feite nog maar aan het begin. Daarom verdient óók zij een steuntje in de rug, het steuntje dat ze zo graag aan andere mensen wil bieden.

De jury is onder de indruk van Aysels vastberadenheid en doorzettingsvermogen om, vanuit haar persoonlijke ervaringen, iets te willen betekenen voor een grote groep van gehandicapte migranten. De jury hoopt dan ook dat het platform een lang leven beschoren is en dat de prijs hieraan mag bijdragen.

Foto’s van de uitreiking

Op de voorste rij van links naar rechts: Femke Halsema, Marijke Vos, Cor Ofman, Paul Rosenmöller, Miranda Nurmohammed, Siska Barelds

Journaliste Milja de Zwart interviewt de genomineerden: Aysel Disbudak, Corrie van Haasteren, Egbert van Veldhuizen, Mirjam Burer, Frans Frankhuizen

Cabaretière Sara Kroos zingt een voor de gelegenheid geschreven lied

Cor Ofman leest het juryrapport voor

Aysel Disbudak spreekt een dankwoord

Informatie van de genomineerden

Inloophuis de Bres

In de naam zit het programma. Een bres in een muur. Mensen trekken muren op om zich heen. Om rijkdom te beschermen. Om armoede te verbergen. Altijd is er sprake van buitensluiting. Wanneer er een bres, een gat in zo’n afsluiting valt, kunnen door dat gat mensen elkaar in het gezicht zien. Mensen met vaak tegengestelde belangen. Arm – rijk. Machtig – onmachtig. Wie weet zijn zij elkaars vijanden. Daarbij kan het gebeuren dat zij tot de ontdekking komen: die ander is er net zo een als ik zelf. Iemand met dezelfde fundamentele behoeften, met dezelfde rechten en plichten, én recht op evenveel mogelijkheden om te worden wie je bedoeld bent te zijn: voluit mens onder de mensen.
Samen op de bres voor een betere samenleving. Zo kan de diaconie (dienst) van de verzoening concreet gestalte krijgen, waar mensen scheidsmuren afbreken, waar een bres ontstaat.

Helpen waar geen helper is: solidariserende presentie
Inloophuis voor Zwolle. Een gastvrij huis. Een kopje koffie. Gastvriendschappelijkheid in een steeds harder wordende samenleving. Wat vind je in de Bres? Een luisterend oor. Hier ‘moet’ niets. Daarom is er af en toe sprake van een echte ont-moeting. Je leven op een rijtje zetten. Op verhaal komen. Je ontreddering delen met iemand die wil en kan luisteren. Is een luisterend oor voldoende? Voor iemand die het gevoel heeft overal buiten en naast te staan, die niet anders kent dan wachtlijsten en doorverwijzingen, is dit een verademing. Er is tijd, ruimte, echte aandacht. Drie bijna onbetaalbare luxe-artikelen in een doldraaiende 24 uurs economie.

Wie ben jij?
Wie ben jij? Wie doet dit? Waarom? Met wie? Met het oog waarop? Allemaal vragen. De vrijwilligers van de Bres ontlenen hun identiteit niet zo zeer aan hun eigen achtergrond, dat ook, maar nog veel meer aan de ontmoeting met wie we hier ontvangen. Zelf zijn wij van rooms-katholieke, protestantse, joodse, moslim, sufi, humanistische of welke denkbare ‘huize’. Identiteit ontstaat in de ontmoeting waar een gevoel van verbondenheid groeit. Mijn identiteit, mijn eigenheid, het antwoord op de vraag ‘wie ben je’ en de zin daarvan, de zin van mijn bestaan, ervaar ik aan den lijve wanneer ik bondgenoot, lotgenoot word. Dan weet ik opeens weer waarom ik er ben. Samen hebben we daar het woord ‘gastvriendschappelijkheid’ voor gekozen. Eens langs komen? Mee doen? Welkom.

[Meer]

Mirjam Bürer

Mirjam Bürer (1959), beeldend kunstenaar, over het project ‘Local=Global’ : ‘Vooral in gebieden die als zogeheten genetisch brongebied te boek staan, zoals Centraal Azië, verdwijnen steeds meer oude, vaak streekgebonden cultuurgewassen. Hun plaats wordt ingenomen door een beperkt aantal plantensoorten. Bijna zonder uitzondering genetisch gemanipuleerd. Het cynische is dat bijna al deze gewassen oorspronkelijk uit die genetische brongebieden zélf afkomstig zijn. Het erfelijk materiaal wordt in het Westen door middel van genetische manipulatie veredeld, waarna de boeren in de Derde Wereld de verbeterde zaden kunnen terugkopen. Omdat de nieuwe gewassen uniform en hoogproductief zijn, gebeurt dat ook. We creëren zo een nieuw soort afhankelijkheid van het Westen. En met het verdwijnen van oude gewassen, gaat ook de kennis over die planten langzaam maar zeker verloren. Wat mij als kunstenaar het meest droef stemt aan de vermacdonaldisering van de landbouw, is de aanslag op de verscheidenheid. Kleinschaligheid maakt plaats voor grootschaligheid; veelvormigheid gaat teloor, kleuren en contrasten verdwijnen. In mijn werk – ik schilder, fotografeer en combineer beide technieken in zeefdrukken – leg ik juist sterk de nadruk op die aspecten.

Mijn project, ‘Local=Global’, is een aanklacht tegen de genetische erosie. In het eerste deel van het project, dat medio 2002 afgerond is, ben ik de samenwerking aangegaan met Het hof van Eden in Utrecht. Daar verzamelen ze, van over de hele wereld, zaden van cultuurgewassen die met uitsterven bedreigd worden. In de oude hortus van de Universiteit van Utrecht richtten we een expositie in. Tientallen verschillende gewassen waren daarvoor opgekweekt. Daarnaast werden in de hortus metershoge doeken van Aziatische landschappen geplaatst. Dat had een vervreemdend effect. Aan dit eerste deel van ‘Local=Global’ was een onderwijsproject gekoppeld, gericht op leerlingen van basisscholen. Ik vind het belangrijk dat kinderen een mening vormen over genetische manipulatie en de dreigende teloorgang van de biodiversiteit. Ze hoeven mijn standpunten en ideeën daarover niet over te nemen. Ik wil alleen stimuleren dat ze erover nadenken, dat ze zich bewust worden van waar we mee bezig zijn.

Het tweede deel van ‘Local=Global’ spitst zich toe op de nieuwbouwwijk Leidsche Rijn bij Utrecht en op Bhutan, een staat in het Himalayagebergte. In Leidsche Rijn wil ik in perken en groenstroken, in speciaal voor dit project ontworpen kweekbakken, vreemde gewassen laten groeien. Ook de metershoge doeken met landschappen zullen in de vinexlocatie een plek krijgen. Een lespakket, ‘Bijzonder zaad zoekt onderdak’, ondersteunt het project. Het idee is dat schoolkinderen verschillende soorten erwten opkweken, ze bestuderen, ze in diverse stadia fotograferen en ze uiteindelijk een plek in hun leefomgeving geven. Tegelijkertijd doen kinderen in Bhutan hetzelfde. Via Internet kunnen de Nederlandse en Bhutaanse kinderen ervaringen met elkaar uitwisselen. In Bhutan, dat bekend staat om z’n enorme biodiversiteit en dat als motto heeft meer Bruto Nationaal Geluk, hoop ik zelf deze zomer ‘Local=Global’ in samenwerking met lokale kunstenaars verder vorm te geven.’

[Meer]

Stichting WereldWijd

WereldWijd is een opleidingscentrum in het Limburgse dorpje Eckelrade waar jaarlijks 220 asielzoekers een beroepsopleiding volgen, gecombineerd met scholing in de Nederlandse taal. De opleidingsactiviteiten worden uitgevoerd door een team van 120 professionele vrijwilligers. Enkele beroepskrachten verzorgen voorwaardenscheppende en ondersteunende taken.

WereldWijd biedt een zinvolle dagstructurering en werkt aan de verbetering van de beroepskansen van asielzoekers, hetzij in Nederland, hetzij elders, als de asielaanvraag wordt afgewezen. Het doel van het project is perspectief te bieden, de asielzoekers uit hun maatschappelijk isolement te halen en de impasse te doorbreken van het soms jaren uitzichtloos wachten op een definitief besluit over hun asielaanvraag.

Juist omdat velen een traumatisch verleden hebben is het nietsdoen funest: depressie en lethargie slaan snel toe, evenals onrust en verlies van zelfvertrouwen. Asielzoekers die bij WereldWijd aan de slag kunnen knappen zienderogen op.

De vrijwilligers geven onder andere les in Nederlandse taal, techniek, rekenen en maatschappijoriëntatie, of werken mee met het onderhoud, administratie, stagebegeleiding en kantinebeheer. Het zijn voornamelijk vakmensen in de WAO, de VUT of met pensioen die twee of meer dagdelen per week vrijmaken om hun kennis over te dragen aan een groep cursisten van 30 à 35 verschillende nationaliteiten.

Er wordt gestreefd naar een breed onderwijsaanbod, zodat zowel de vluchteling die in zijn thuisland geen onderwijs heeft kunnen volgen perspectief heeft, als de gevluchte chirurg. De cursussen worden afgesloten met examens en jaarlijks mogen dan ook veel asielzoekers een officieel diploma in ontvangst nemen. Het betreft hier verschillende onderwijsdisciplines, zoals metaalbewerking, lassen, constructie bankwerken, timmeren, elektrotechniek, textielbewerking, computervaardigheden en automatisering.

Via de 120 vrijwilligers is een wijdvertakt netwerk opgebouwd voor stages, vrijwilligerswerk en betaald werk. Zij die uiteindelijk (veelal na jaren van wachten) een status krijgen vinden snel aansluiting op de arbeidsmarkt. WereldWijd probeert ook te begeleiden bij terugkeer naar de landen van herkomst wanneer asielzoekers uitgeprocedeerd raken.

WereldWijd heeft een bijzondere opleidingsmethodiek ontwikkeld. Deze methode, speciaal afgestemd op de doelgroep, is inmiddels ook in modulaire cursussen uitgewerkt, zodat het concept ook elders inzetbaar is. Momenteel zijn in den Haag, Rotterdam en ‘s-Hertogenbosch projecten naar voorbeeld van WereldWijd operationeel.

WereldWijd is een voorbeeld van praktische bemoeienis met een groep die anders tijdens de asielprocedure gedoemd is tot ontwikkelingsstilstand en isolement. Mensen worden niet pas opgeleid als ze een verblijfsstatus krijgen, maar kunnen ook tijdens de wachttijd actief blijven. Door het inzetten van vrijwilligers worden de contacten tussen asielzoekers en de autochtone bevolking vergroot. De vrijwilligers raken betrokken bij de vluchtelingen (problematiek) en dragen hierdoor, ook buiten WereldWijd bij, aan meer begrip voor deze kwetsbare groep.

[Meer]

RITA’s Reisbureau

In Rotterdam bestaat sinds 1997 een reisorganisatie voor mensen met een minimale beurs, genaamd RITA’s Reisbureau. Want op vakantie gaan is lang niet voor iedereen zo vanzelfsprekend. Het reisaanbod is tegenwoordig eindeloos: de hele wereld is bereikbaar. Je kunt het zo gek niet bedenken of het is mogelijk, zolang je maar betaalt.

Voor veel mensen die op of onder het sociaal minimum leven, geldt echter dat het kleine beetje vakantiegeld dat zij krijgen allang op is voordat het op hun rekening staat. In een tijd waarin veel mensen meerdere malen per jaar op vakantie gaan, bestaat er een groeiende groep mensen die jaren achtereen de stad niet uitkomt. En juist deze mensen kunnen een ontspannen weekje weg zo goed gebruiken: even alle zorgen vergeten en nieuwe kracht opdoen om er weer tegenaan te kunnen.

Om het hen toch mogelijk te maken op vakantie te gaan, werd RITA’s Reisbureau opgericht. RITA staat voor Rotterdams Initiatief Toerisme Anders en dat anders zit ‘m in de prijs. Bij RITA’s Reisbureau dus geen dure buitenlandse reizen, maar het simpel aan elkaar koppelen van mensen die een (tweede) huisje of caravan bezitten aan hen die niet op vakantie kunnen.

Het idee is afkomstig van één van de leden van de werkgroep Vrouw ∓ Bijstand in Rotterdam-Zuid. Zij mocht een keer gratis gebruik maken van een mooie caravan. Dit bijzondere vakantieaanbod heeft haar veel goed gedaan en zo ontstond het plan om voor meer mensen een vakantie buiten de stad mogelijk te maken. Dit initiatief heeft vorm gekregen in RITA’s Reisbureau en wordt ondersteund door het Katholiek Centrum voor Welzijnsbehartiging Rotterdam.

Het concept is heel eenvoudig: RITA bemiddelt tussen mensen die ‘wat over hebben’ en mensen die ’te weinig hebben’. Het reisbureau vraagt eigenaren van vakantiehuisjes en caravans of zij hun huisje of caravan – wanneer zij er zelf geen gebruik van maken – voor één of meerdere weken gratis aan RITA’s Reisbureau ter beschikking willen stellen. Zo worden de kosten voor de deelnemers zo laag mogelijk gehouden. Hoe meer huisjes of caravans RITA heeft, hoe meer mensen met een krappe beurs op vakantie kunnen.

De gasten die via RITA’s Reisbureau op vakantie gaan wonen allemaal in Rotterdam. Het kan hierbij gaan om bijstandsmoeders of –vaders, om alleenstaanden of ouderen. Zij worden voorgedragen via contactpersonen, onder wie maatschappelijk- en pastoraal werk(st)ers. De gasten kunnen zich dus niet rechtstreeks bij het reisbureau aanmelden. Juist omdat de vraag naar een vakantie het aanbod vele malen overstijgt, werkt RITA met contactpersonen. Zij kennen de mensen en zijn, ook tijdens de vakantieperiode, bereikbaar. Om moeilijkheden te voorkomen en ter verzekering van degenen die hun vakantiehuisje- of caravan afstaan, worden in een huishoudelijk reglement, de afspraken met de gasten vastgelegd en ook moeten de vakantiegangers WA-verzekerd zijn.

RITA’s Reisbureau verzorgt – indien noodzakelijk- ook het vervoer van en naar de vakantiebestemmingen met behulp van vrijwilligers die als chauffeur meewerken.Overigens wordt van de deelnemers wel een kleine bijdrage gevraagd, die bij een gezin bestaande uit twee volwassenen en twee of meer kinderen maximaal E 45,– per week bedraagt. Maar wanneer geld een belemmering is, wordt er samen met de gasten naar een oplossing gezocht.

Aysel Disbudak

‘Toen ik zeven was werd Unal geboren in Amsterdam. Op dat moment wist ik niet dat door zijn geboorte mijn hele leven zou veranderen. Door Unal en mijn jaren lange ervaring in de zorg en hulpverlening voor gehandicapten heb ik mij zelf ontwikkeld tot de persoon wie ik nu ben: Aysel Disbudak, 31 jaar oud en van Turkse afkomst, oprichtster van het Migrantenplatform gehandicapten Amsterdam & Omstreken. Deze Stichting heb ik opgericht omdat geen ander kind hetzelfde mag overkomen als mijn broertje.

Wanneer ik terugdenk aan vroeger, denk ik aan de zware tijd die ik gehad heb. Je zou kunnen zeggen dat ik geen jeugd gehad heb als kind, omdat mijn ouders het niet konden accepteren dat mijn broertje een verstandelijke handicap heeft. Het is bij veel migranten zo dat een lichamelijke handicap wel wordt geaccepteerd maar een verstandelijke handicap niet, omdat deze vaak niet zichtbaar is.

Men noemt het vaak een ziekte die wel zal genezen, als je maar genoeg bidt, en alternatieve geneeswijzen probeert. Wij hebben dan ook een andere kijk op ziektes en handicaps. Dat heeft te maken met ons geloof en cultuur. Vaak denken migranten dat het een beproeving van Allah is. Dit is naar mijn mening verkeerd geïnterpreteerd en dat heeft te maken met culturele achtergrond.

Mijn ouders konden de zorg voor mijn broertje niet aan, ik ben altijd al verantwoordelijk geweest voor hem en heb vaak de zorg overgenomen. De ervaringen die ik had met mijn broertje waren heel moeilijk. Hij kreeg niet de juiste zorg en hulp. Dit gaf mij de drive om zelf initiatieven te nemen. Dat blijkt dan ook uit het feit dat ik het voor elkaar kreeg om hem te plaatsen bij een zorginstelling die toen een wachttijd had van tien jaar.

Toen na heel veel problemen de zorg voor hem uiteindelijk goed was geregeld ging ik werken bij de SPD en kwam in contact met vele andere migranten gehandicapten en hun ouders. Ik vond het zeer triest dat zij tegen de zelfde problemen aanliepen, zo als wij destijds.

Ik begon toen in en buiten mijn werktijd veel mensen met een handicap te helpen. Dit heeft geleid tot de grote achterban die ik op dit moment heb. Met deze achterban moest iets gebeuren. Er moest een belangenorganisatie komen voor Migranten gehandicapten, het Migrantenplatform Gehandicapten (MPG), waarin we de stem van hen kunnen laten horen, waarbij uitleg gegeven wordt over regelingen, voorzieningen en diensten, omdat zij vaak niet weten waar zij recht op hebben en daardoor niet kunnen opkomen voor zichzelf.

Mijn man, kinderen, familie en mijn vrienden zijn mijn trouwe vrijwilligers. Zij steunen mij met alles. Zij hebben een soortgelijke drive omdat zij aan zelf ook hebben meegemaakt hoe moeilijk het hier in Nederland is om te krijgen waar je recht op hebt wanneer je een handicap hebt.

Ik vind dat mensen met een handicap recht hebben zoals ieder ander om van het leven te kunnen genieten. Doordat ik dit initiatief heb genomen zijn er veel migranten met een handicap in Noord-Holland bereikt. Door de gerichte activiteiten die het MPG organiseert bereiken we dat velen uit mijn achterban en ondertussen ook de Marokkaanse doelgroep steeds beter de wegen kunnen bewandelen om regelingen, voorzieningen en diensten voor hun gehandicapt kind of zichzelf te verkrijgen.’

[Meer]